donderdag 22 januari 2009

poëzieanalyse

Hoi mevrouw,
Ik ben al een paar dagen bezig met de poezie opdracht voor morgen, maar ik kom niet verder. Ik weet dat het een beetje aan de late kant was maar ik ben het eigenlijk vergeten te vragen.
Ik moet bij stap 2 van de analyse, vragen beantwoorden over beeldspraak of een diepere betekenis, maar ik heb allemaal hele simpele gedichten en daar kan ik geen van alle in vinden. Moet ik nou al die vragen simpel beantwoorden met 'nee', of met 'deze dit er niet in', of doe ik iets verkeerd?
Hier een van de 6 gedichten van mij;
'Een Bernardshond uit Kandersteeg,
dronk elke dag zijn vaatje leeg.
En deed het dier daaraan verkeerd?
Een Bernardshond die dit presteert
lijdt door zijn ongekende kwiekte
Nooit aan een hart-of-vaatjesziekte.'
groetjes leerling,

Hoi leerling,
Je kunt inderdaad simpel antwoorden als er geen beeldspraak is. Over het gedicht dat jij meestuurt is natuurlijk wel wat te zeggen. Je moet kijken naar het woordspel dat gespeeld wordt met het woord 'vaat(je)' en met de Bernardshond. Hopelijk kun je hier wat mee.
groet, DVN

mevrouw, ik zie werkelijk helemaal geen achterliggende gedachte achter dit gedicht, ik kan niet verzinnen wat het woord 'vaatje' anders zou kunnen betekenen.

Misschien moet je eens op zoek naar wat informatie over de St.Bernardshond. Die honden worden vaak afgebeeld als reddingshonden met een vaatje sterke drank aan hun halsband. Dat is dus het eerste vaatje. Verderop gaat het over vaatziekten. In dat woord slaat vaat- op de bloedvaten...

ooooo dus toch. Nee, dit had ik allang door. Ik dacht dat er een veel moeilijkere achterliggende gedachte achter zou zitten. Ik zorg dat ik het morgen in orde heb!
Bedankt

woensdag 21 januari 2009

Lekker slecht

Als Neerlandica probeer ik natuurlijk op de hoogte te blijven van de nieuwste literaire ontwikkelingen. Daarnaast houd ik ook graag de internationale ontwikkelingen bij. En dan heb je altijd nog achterstallig onderhoud in je belezenheid van de klassieken. Maar de boog kan niet altijd gespannen zijn. Ik kom om in het nakijkwerk en ik mis Vriend, die voor zijn werk in Amerika zit. Dus lees ik deze week World without end van Ken Follet.
Het is een historische roman, over een aantal mensen rondom een abdij in middeleeuws Engeland. Volop intriges en romantische verwikkelingen met een ridders-en-jonkvrouwen-sausje. Het grappige is dat het boek voldoet aan alle clichés over historische romans. De figuren, met name de vrouwelijke, zijn zo weggelopen uit de twintigste eeuw. Je hoeft ook niet op te letten, want een personage dat meer dan twintig pagina's niet in beeld is gekomen, wordt opnieuw geïntroduceerd. Niet verantwoord, wel fijn. En nu ga ik naar bed. Lekker lezen.

dinsdag 13 januari 2009

Opzij?

Afgelopen zondag waren Vriend en ik uitgenodigd op de koffie bij de buren om eens nader kennis te maken. Een middagje met de vier stellen van ons rijtje. Allemaal OSM, dinki´s van om en nabij de dertig.
Na een uitgebreide rondleiding (altijd grappig om te zien wat andere mensen met hetzelfde huis gedaan hebben) bespraken we het leven in de Vinex. De verwarmingsinstallatie, het gebruik van raamfolie, het bestraten van de oprit, de kwestie heg of schutting (dat laatste), de hoeveelheid badwater die de warmptepomp levert, maar ook de gigantische opblaasbaby van de overburen en de hondenkennel daarnaast werden uitgebreid besproken.
Zoals dat gaat op zulke middagen kwam het gesprek op ´wie doet wat in het huishouden´, in dit geval over het avondeten. De buren links koken om en om, in het midden kookt hij meestal en rechts staat degene die het eerste thuis is achter de pannen. Wij waren dus weer met stip op één het minst geëmancipeerd, bedacht ik enigszins gegeneerd.
Eenmaal thuis achter het fornuis bakte ik de aardappeltjes precies goed terwijl ik uitkeek op mijn door Vriend gewassen autootje met bijgevulde ruitenwisservloeistof en gecontroleerd oliepijl. Cisca kan de pot op, dacht ik tevreden.

donderdag 8 januari 2009

verandering of verloedering?

Je leest in de media regelmatig over ontwikkelingen in de taal. Taalverandering heet dat in mild perspectief. Taalverloedering zeggen de puristen. Vandaag een interessante observatie uit de praktijk. Twee leerlingen uit havo 5 zitten aan mijn bureau te zwoegen op het bronnenmateriaal voor het schrijftentamen. Zegt de een tegen de ander: "Als we een uiteenzetting krijgen worden we echt wel geflasht."

Leerling 2: "Ja man, dat zou dik gierig zijn!"

Ik besluit me ermee te bemoeien en vraag wat ze bedoelen met 'geflasht'.

Leerling 1: "Nou, dat je, zeg maar eh, ik weet niet echt een net woord, mevrouw."

DVN: "Zeg het dan maar niet zo netjes."

Leerling: "Nou, dat je zeg maar genaaid wordt."

DVN: "Aha, maar bedoel je dan niet 'geflest', zonder h?"

Leerling: "Nee, 'geflasht'."

DVN: "Nou, volgens mij betekent 'flashen' iets heel anders." Tegen de hele klas: "Mensen, wat betekent 'flashen' volgens jullie?"

Allerlei leerlingen roepen door elkaar: "Dat is als je genaaid wordt" of iets van gelijke strekking.

DVN, met een grijnsje: "Oh. Ik dacht iets heel anders."

Klas, in koor: "Wat dan, mevrouw?"

DVN: "Tja, zal ik dat nou wel vertellen..."

Bij een meisje voorin begint een lichtje te branden. "Volgens mij weet ik wat u bedoelt."

DVN en meisje wisselen een betekenisvolle blik. Natuurlijk dringt de klas aan. "Wil jij het vertellen of zal ik het doen?"

"Doet u het maar."

DVN: "'Flashen' betekent dat je je borsten laat zien. Een vrouwelijke variant van 'moonen' dus."

Hilariteit alom. De juf die ik nou eenmaal ben neemt het over, maant tot stilte en licht en passant de uitdrukking 'geflest worden' toe, die eigenlijk niet in dit zinsverband gebruikt kan worden. Dan gaat iedereen weer aan het werk. Vooraan wordt nog even gefluisterd: "Ik zeg gewoon 'geflasht', hoor. Is gewoon straattaal, man, weet je."

maandag 5 januari 2009

Vannacht

Vriend en ik gingen trouwen. Op de grote dag had ik er al helemaal zin in, alleen bleek ik vergeten te zijn een trouwjurk te kopen. Nadat ze respectievelijk uitgefoeterd en uitgelachen waren regelden Moeder en Zuster snel een mannetje dat aan huis kon komen met twintig trouwjurken in mijn maat. Vriend reageerde hier nogal zenuwachtig op (wat ging dit allemaal kosten?) maar ik stelde hem gerust. Mijn ouders zouden alles betalen, die waren namelijk stinkend rijk. Alleen had ik dat nog nooit verteld, want ik wilde dat hij zich daar niet door liet verblinden. En we waren altijd heel gewoon gebleven.
De jurken zaten allemaal als gegoten en ik koos een schitterend crèmekleurig exemplaar. Een en ander duurde wel nogal lang, vooral omdat de jurk nog gemaakt moest worden (ik kon natuurlijk niet trouwen in een showroommodelletje!), maar dat gaf niet want de dudukspelers vermaakten het gezelschap dat zich al in de huiskapel had verzameld. Een groot gezelschap want wij waren christenen van Armeense komaf en die kijken niet op een gast meer of minder op een bruiloft.

En toen ging natuurlijk de wekker. Iemand enig idee wat hier allemaal achter zit?